Vergeleken met de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg (Nijeborg), is de theoretische leerweg meer gericht op theorie. Je hebt dan ook voornamelijk theorielessen en doet examen in minimaal zes vakken. Met een vmbo-tl-diploma kun je mbo-opleidingen op niveau 3 en 4 volgen. Bovendien kun je na het vmbo-tl doorstromen naar klas 4 van het havo.
Naast de algemene vakken kun je vanaf klas 3 ook kiezen om één van de praktijkgerichte vakken te volgen: TIV (Techniek en Innovatief Vakmanschap) of IT (Informatietechnologie).
In het praktijkgerichte programma werk je aan een aantal praktische en realistische opdrachten die je uitvoert voor een bedrijf of instelling. Zo leer je om jouw kennis toe te passen in de praktijk. Ook leer je nieuwe vaardigheden, zoals plannen, samenwerken en evalueren.
Daarnaast leer je praktische vaardigheden en ontwikkel je vakkennis. Ook leer je wat je zelf leuk vindt en waar je talenten liggen. Dat helpt je bij het maken van een keuze voor een vervolgopleiding na het vmbo. Het praktijkgerichte programma bereidt je ook voor op de lessen die je straks krijgt op het mbo of het havo.
